Strafheffing bij fossiele auto van de zaak

Een van de meest in het oog springende maatregelen die tijdens Prinsjesdag 2025 werd aangekondigd, is een strafheffing op fossiele auto’s van de zaak. Deze gaat gelden vanaf 2027.

Vanaf 1 januari 2027 bent u als werkgever – indien het wetsvoorstel ongewijzigd van kracht wordt – een zogeheten pseudo-eindheffing van 12% verschuldigd wanneer u een personenauto met CO₂-uitstoot voor privégebruik en/of woon-werkverkeer aan een werknemer ter beschikking stelt. De regeling geldt voor gewone personenauto’s van de M1-categorie. Volledig elektrische auto’s en auto’s die uitsluitend zakelijk worden gebruikt, vallen erbuiten. Het doel van de wetswijziging is de overstap naar elektrische personenauto’s te versnellen, in lijn met de klimaatdoelen voor 2030.

Waar elektrische auto’s dus eerst in de bijtelling werden bevoordeeld ten opzichte van auto’s op fossiele brandstof, hebben in de toekomst álle auto’s eenzelfde bijtelling. Er wordt echter een strafheffing opgelegd aan werkgevers die fossiele auto’s aan werknemers ter beschikking stellen.

Let op! Woon-werkverkeer wordt expliciet als privégebruik aangemerkt. Dit is dus een andere berekening dan die van de bijtelling voor privégebruik van een auto van de zaak. Rijden uw medewerkers enkel in de auto van de zaak om van het huisadres naar uw bedrijf te reizen en gebruiken ze de auto verder niet privé? Dan volgt toch de extra heffing; geen gebruikelijke autobijtelling voor de medewerker zelf, maar wél de strafheffing voor de werkgever.

Vanaf 1 januari 2027 moet u dus maandelijks een pseudo-eindheffing berekenen als u fossiele auto’s ter beschikking stelt. Deze heffing mag u maandelijks voldoen, maar u kunt ook wachten met de afdracht tot het tweede loonaangiftetijdvak van 2028. Het is overigens niet toegestaan om de heffing aan de werknemer door te berekenen. En een eigen bijdrage van de werknemer voor privégebruik heeft geen invloed op de hoogte van de heffing.

Rekenvoorbeeld
Een werknemer mag op 1 januari 2027 een benzineauto van de zaak met een catalogusprijs van € 50.000 (incl. btw en bpm) gaan rijden. De werknemer betaalt € 150 p/m eigen bijdrage voor privégebruik.
Hoe hoog is de strafheffing?

Over de grondslag van € 50.000 is de werkgever (jaarlijks!) een extra heffing van 12% × € 50.000 = € 6.000 verschuldigd. Per maand moet dan ook een heffingsbedrag van € 500 worden afgedragen. De eigen bijdrage van de werknemer doet hier niets aan af.

Er is voorzien in overgangsrecht
Voor personenauto’s die vóór 1 januari 2027 aan werknemers ter beschikking zijn gesteld, geldt tot 17 september 2030 geen heffing. Ná deze datum geldt de heffing voor alle fossiele personenauto’s met privégebruik. Stelt u bijvoorbeeld op 1 december 2026 een fossiele auto ter beschikking, dan bent u de strafheffing verschuldigd vanaf 17 september 2030. Binnen 4 jaar dus al, terwijl een auto van de zaak zijn bijtellingscategorie in het verleden altijd gedurende 5 jaren behield. Het is raadzaam om hier bij het sluiten van een leasecontract rekening mee te houden.

Tot slot
Het is op zich begrijpelijk dat de wetgever – in tijden waarin bezuinigd dient te worden én klimaatdoelen gehaald moeten worden – voor beëindiging van de gunstige bijtelling voor elektrische auto’s kiest, en het gebruik van ‘fossiele auto’s’ juist extra belast. Dit laat echter onverlet dat de overheid met dit fiscale instrument zeer sterk ingrijpt in de automarkt en de keuzevrijheid van werknemers en werkgevers sterk beknot. In de parlementaire behandeling komt dit aspect waarschijnlijk uitgebreid aan de orde. Het is daarom ook niet uitgesloten dat de regeling nog wijzigt. We blijven dit dossier voor u volgen.