In gesprek met eigenaar Alex Boonmann over 30 jaar Café Bolle

‘Alles is hier veranderd, maar tegelijkertijd ook helemaal niets’.   Bij Café Bolle aan het Tilburgse Piusplein klinken al 30 jaar glazen, vloeien verhalen en worden onder klanten én personeelsleden vriendschappen voor het leven gesmeed. De tijdloze allround horecazaak maakte in drie decennia heel wat mee, maar bleef onverminderd ‘de huiskamer van de stad’. “Er bestaat geen Tilburg zonder Café Bolle, maar andersom zeker ook geen Café Bolle zonder Tilburg”, stelt eigenaar Alex Boonmann met gepaste trots. “Deze plek is voor en door Tilburgers gebouwd, en groeit mee met de ontwikkeling in de regio. Een oerdegelijke zaak, mét persoonlijkheid.”

Dertig jaar later, en het café op de Tilburgse uitgaansstrip voelt warm en energiek alsof het gisteren werd geopend. Dat dit stukje stadsziel uit de jaren 90 nog altijd springlevend is, mag echter allesbehalve vanzelfsprekend heten. “In de afgelopen jaren zijn dingen gebeurd die ik nooit voor mogelijk had gehouden. En ook nu is het een uitdagende tijd voor de horeca. Maar samen hebben we bewezen geen eendagsvlieg te zijn”, aldus de huidige eigenaar. Bolle bleef overeind; de zaak bewoog steeds opnieuw mee, zonder daarbij haar identiteit te verliezen. Tijdens mijn opleiding bestuurskunde leerde ik al: met een duidelijke visie voor ogen, kom je een heel eind. Én met de juiste mensen om je heen. Zonder ons personeel hadden we dit jubileum nooit gehaald.” 

Breed concept vol energie 
Café Bolle is een van de weinige zaken in Tilburg waar je terechtkunt voor ontbijt, lunch, diner, borrels en feesten. Het concept? Altijd al zo breed geweest, en als het aan Alex ligt blijft het dat. “We zijn er voor iedereen, en bewegen met Tilburg mee. Zo komt het ouderwets stappen en dansen weer helemaal terug. Dat kan hier, onder het genot van een cocktail bijvoorbeeld. Maar je kunt ook een leuke avond hebben met alleen een borreltje. Niks is gek en alles bestaat hier naast elkaar.” 

Een mooi streven, maar die aanpak vraagt ook het nodige van het Bolle-personeel, zo realiseert de eigenaar zich. “Studenten werken vanwege hun kortere studieduur tegenwoordig al minder lang bij dezelfde werkgever, dus ons personeelsbestand kent sowieso een bepaald verloop. Tegelijkertijd moeten onze mensen juist ontzettend veelzijdig inzetbaar zijn. Een kwestie van snel én breed inwerken dus. Dat is best een uitdaging.” Ook de horeca zelf is overigens flink veranderd, voegt hij toe. “Waar je vroeger simpelweg een gin-tonic moest serveren, werken we nu alleen al met vijf verschillende soorten gin. Maar met veel verschillende doelgroepen op één moment schakelen geeft ons gewoon ontzettend veel energie. En daarbij: zie je Bolle na zóveel jaren voor je zonder Dobbeldinsdag (iedere dinsdag in de avonduren kans op een gratis drankbestelling, red.)? Of zonder lunchmogelijkheid?” Aan zijn gezicht valt duidelijk af te lezen dat dat laatste puur retorisch bedoeld is.  

Van portier tot ondernemer
Alex staat inmiddels al meer dan de helft van het Bolle-bestaan – 17 jaar om precies te zijn – (mede) aan het roer van de zaak. Dat terwijl hij oorspronkelijk helemaal geen ervaring in deze branche had. “Ik begon ooit als portier op het Piusplein; mijn Stufi was op en het verdiende goed. Van het een kwam het ander, en ik ben uiteindelijk nooit meer uit de horeca weggegaan.” Tot op de dag van vandaag is zijn praktijkervaring met het werk op de vloer beperkt. “Ik heb in mijn leven precies 32 keer achter de bar gestaan en 7 keer terras gelopen”, geeft hij eerlijk toe. “Ik ben dan weer goed in dingen zien en proeven. Maar ik heb vooral het geluk dat ik de juiste, toffe mensen om mij heen verzameld heb. Zonder ons team zijn het hier slechts muren en lampen. Onze mensen máken de zaak.” 

Het succes van Café Bolle zit ‘m overigens in meerdere dingen, vermoedt de eigenaar. In het feit dat het geen familiebedrijf is, maar wel als zodanig voelt, bijvoorbeeld. ”’Tosti Itske’, vernoemd naar de dochter van de eerste uitbater, staat nog steeds op de kaart. Dat zegt veel over de verbondenheid die hier heerst.” Ook andere vaste waarden, zoals Dobbeldinsdag, dragen in zijn ogen bij. Alex: “En niet hip, maar vooral een warme plek willen zijn. Voor die ‘persoonlijkheid’ blijven mensen komen.” 

Crises van verschillende kanten 
In de afgelopen jaren maakten Alex en zijn team mooie en impactvolle momenten mee. De fusie met collega-café Brandpunt, een tijdelijke overstap naar een externe productiekeuken, de gevolgen van de kredietcrisis en recenter de coronapandemie zijn slechts enkele voorbeelden. “Mensen die geen geld meer uitgaven, een verplichte horecasluiting, explosieve stijgingen van de energieprijzen… er is altijd wel iets.” Het is dan ook hard werken, zo geeft Alex te kennen. “En juist de tegenslagen die buiten je eigen invloed liggen, zijn het taaist.” 

Tien jaar geleden had de horecaman je uitgelachen als je hem had verteld dat hij uit kostenoverweging bepaalde dagen gesloten zou blijven, meldt hij stellig. “Toch was dat precies wat we afgelopen winter deden. Niet omdat ik dat graag wilde, maar omdat opengaan gewoonweg niet rendabel was. Terwijl ik ondertussen wel verantwoordelijk ben voor een hoop inkomens; van studenten, en van fulltimers met een woning en een gezin. Er wordt soms met een bepaald dedain naar de horeca gekeken, maar we besteden hier geld in euro’s, terwijl we ze met ‘centjes’ moeten terugverdienen. Niets minder dan topsport is het hier.” 

Hoogtepunten en heroverwegen 
Goed of slecht weer, Alex blijft – samen met zijn team – met enthousiasme aan zijn merk werken. “Het klinkt cliché, maar het is hier een aaneenschakeling van mooie momenten. Zien hoe het personeel Bolle draagt en maakt, is misschien nog wel het grootste hoogtepunt van allemaal.” De eerstvolgende piek? “Ik ben blij als we kunnen blijven doen wat we nu doen. Hopelijk prijzen we onszelf in Nederland niet de markt uit met Amerikaanse praktijken zoals € 7,- voor een biertje. En ik wil vooral dat Bolle echt haar eigen identiteit behoudt. Ook als dat betekent dat ik steeds creatiever moet worden. Denk aan onze kleinere en dus energiezuinigere friteuse; daarmee kunnen we de hele dag kroketten op brood blijven aanbieden”, legt de ondernemer uit. 

Nóg een vaste waarde die hij wil behouden, tot slot: De Beer Accountants & Belastingadviseurs. “Ja, fijne mensen gewoon. Die samenwerking bestaat niet voor niks al dertig jaar. Ik geloof dat je als mkb’er beter begrepen wordt door een mkb-kantoor. Het stereotype van de stoffige accountant, gaat voor De Beer daarnaast helemaal niet op. Ze passen dus goed bij onze tak van sport. En als ik ze in een werk- of niet-werksetting tegenkom, is het altijd gezellig. Ja, bij tijd en wijle ook voor een tosti of een borrel hier in de zaak.”