Geert-Jan en Carry Knoops hebben sinds 1994 een eigen advocatenkantoor. Knoops’ Advocaten is toonaangevend op het gebied van nationaal en internationaal strafrecht. Bekende zaken zijn onder meer de Puttense Moordzaak, Marco Kroon en Geert Wilders. Samen zijn ze verbonden aan het Knoops’ Innocence Project en werken zij bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Geert-Jan is bijzonder hoogleraar Politiek van het Internationaal Recht aan de Universiteit van Amsterdam, gasthoogleraar aan de universiteit van Shandong (China) en heeft tal van hooggewaardeerde juridische publicaties op zijn naam staan. Sinds 2006 schrijft hij ook boeken over concrete strafrechtzaken, recent – samen met Carry – Operatie Raaf over ‘de dubieuze rol van de Nederlandse staat in de zaak-Poch’.
Net als in eerdere boeken beschrijven jullie in ‘Operatie Raaf’ een procedure die jullie zelf hebben gevoerd. De recensent van NRC verweet jullie de getuigen à decharge op te hemelen en getuigen à charge “onnodig badinerend te beschrijven.” Hoe voorkom je dat je ‘rechter in eigen zaak’ en ‘de slager die zijn eigen vlees keurt’ wordt? En hoe weet ik als lezer dat ik een eerlijk verhaal krijg voorgespiegeld?
Antwoord: De vraag impliceert dat de recensent een juiste constatering doet. Daarin heeft de recensent zich vergist. De tekst in het boek is een exacte weergave van de verhoren die zijn gevoerd op Nederlands grondgebied. De recensent veronderstelde dat sprake was van onze mening. In het boek leggen we op pagina 1 uit dat alles wat we beschrijven vastligt in het dossier. Dus wij hebben niemand opgehemeld of onnodig badinerend genoemd. Dat deden de getuigen zelf.
Het ‘bewijs’ in deze zaak was flinterdun: zelfs als Julio Poch tijdens het beruchte etentje in 2003 zóu hebben gezegd dat hij persoonlijk had deelgenomen aan de dodenvluchten (quod non) zou dit zonder nadere feitelijke onderbouwing toch volstrekt onvoldoende zijn voor een veroordeling? Hoe kan het dan dat het zo complex was om dit te weerleggen? Had dit zich in een puur nationale context ook kunnen voordoen?
Antwoord: Het bewijs was er in het geheel niet. Een leugenachtige verklaring van een getuige van horen zeggen was voldoende voor het openbaar ministerie om de heer Poch uit Nederland te willen wegkrijgen. Zonder enige verificatie, terwijl als men de zaak goed had onderzocht van zijn onschuld was gebleken. Directe uitlevering kon niet (er is geen verdrag tussen Nederland en Argentinië die dat zou toestaan) dus moest een list worden verzonnen.
Het boek lezend wordt duidelijk wat ‘tunnelvisie’ – in dit geval bij het OM – kan doen: alle bewijzen worden zo uitgelegd dat ze in de visie van het OM passen en ontlastend bewijs wordt genegeerd of zelfs weggemoffeld. Hoe kan dit zich voordoen in een professionele organisatie en hoe kan je dit voorkomen?
Antwoord: Het komt vaker voor dat sprake is van tunnelvisie. Eenmaal uitgaan van een veronderstelling, is het lastig om andere scenario’s te volgen. Tegenwoordig wordt daar wel meer aandacht voor gevraagd en zijn mensen aangesteld om de alternatieve scenario’s te bespreken binnen het openbaar ministerie.
Strafrechtadvocaten treden met enige regelmaat op in de media, waaronder in de bekende talkshows. Soms als niet-betrokken deskundige, maar vaak ook in zaken van hun eigen cliënten. Is dat laatste wel gewenst? Bestaat dan niet het risico dat de strafzaak via de publieke opinie wordt beïnvloed?
Antwoord: Strafrechtadvocaten zouden alleen in de pers dienen te komen indien dat voor de zaak van de client functioneel is. Immers, het openbaar ministerie geeft de pers vaak informatie. De behoefte tot een balans in de berichtgeving is soms gewenst. Het mag nooit gaan om je eigen publiciteit.
Via Knoops’ Innocence Project, het European Innocence Network en het wereldwijde Innocence Network zetten jullie je in voor mensen die onterecht veroordeeld zijn. Hoe verhoudt de situatie in de diverse landen zich tot elkaar? Doet Nederland het in dit opzicht beter of slechter dan andere landen?
Antwoord: Verhoudingsgewijs doet Nederland het niet beter dan in andere landen. Er is over het algemeen weinig interesse in dit soort zaken, gevoed door de overheid, omdat dit soort zaken een negatieve invloed heeft op het beeld van de rechtspraak.
Jullie boek sluit af met een open eindje: een hoge Haagse ambtenaar verklaarde in 2007 een telefoontje te hebben gehad van een dame die zei namens het Koninklijk Huis te spreken. De dame – van wie hij de naam niet meer wist – vroeg hem of de zaak tegen Poch nodig was, omdat die zo “pijnlijk was voor Máxima.” Deze duistere zaak is nooit opgehelderd, zelfs een onafhankelijk onderzoek door Alexander Rinnooy Kan (naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamer) heeft geen duidelijkheid kunnen brengen. Wat is jullie kijk hierop?
Antwoord: Het feit dat er geen enkel bewijs voorlag aan enig misdrijf, maar zich toch in alle bochten wringt om Poch te laten berechten in Argentinië door oneigenlijke middelen in te zetten, doet vermoeden dat er een andere reden was om enige connectie met het koningshuis uit te sluiten.
De scheiding der machten wordt ook wel trias politica genoemd. Dat betekent dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht in een land bij verschillende instellingen moeten liggen. De trias politica is bedacht door de Franse filosoof Charles baron de Montesquieu (1689- 1775). In de zaken waarin jullie onschuldig veroordeelden vrij wisten pleiten valt op dat de niet zuivere scheiding der machten een belangrijke rol speelde of misschien beter gezegd de oorzaak van al het leed was. Is dit naar jullie mening ook in “Operatie Raaf’ de kern?
Antwoord: Goede vraag. het antwoord is “ja”. In deze zaak hebben de minister van justitie en het openbaar ministerie samen aan de zaak van Poch gewerkt en samen besloten om de oneigenlijke omweg via Spanje te creëren. De politiek bemoeide zich dus met de rechtsgang. Het Ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie behoren volledig gescheiden van elkaar te opereren. Bij gevoelige zaken mag de Procureur-generaal de minister van justitie wel op de hoogte stellen. Maar de minister mag nooit invloed uitoefenen op beslissingen van het openbaar ministerie. Echter, men was bang dat als er geen proces zou komen, de overheid zou kunnen worden verweten dat ze een potentiële oorlogsmisdadiger niet zou hebben vervolgd. In Nederland een proces starten zonder enig bewijs was ook lastig, nog los van het feit dat er in potentie dan de naam van Zorreguieta in de zaak zou kunnen opkomen met alle schadelijke gevolgen voor het koningshuis van dien. In de veronderstelling dat wellicht in Argentinië wel bewijs voorhanden zou zijn tegen Poch, vond men het veiliger om hem in handen te stellen van de Argentijnse openbaar ministerie. En zo geschiedde. Maar hij werd vrijgesproken omdat hij aantoonbaar niets van doen heeft gehad met de dodenvluchten waarover zo veel te doen is geweest in Argentinië. In november 2017 werd hij unaniem vrijgesproken en het duurde nog tot begin 2022 voordat de minister van justitie hem excuses en een hoge schadevergoeding aanbood voor de hele gang van zaken.
Geert-Jan en Carry Knoops hebben sinds 1994 een eigen advocatenkantoor. Knoops’ Advocaten is toonaangevend op het gebied van nationaal en internationaal strafrecht. Bekende zaken zijn onder meer de Puttense Moordzaak, Marco Kroon en Geert Wilders. Samen zijn ze verbonden aan het Knoops’ Innocence Project en werken zij bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Geert-Jan is bijzonder hoogleraar Politiek van het Internationaal Recht aan de Universiteit van Amsterdam, gasthoogleraar aan de universiteit van Shandong (China) en heeft tal van hooggewaardeerde juridische publicaties op zijn naam staan. Sinds 2006 schrijft hij ook boeken over concrete strafrechtzaken, recent – samen met Carry – Operatie Raaf over ‘de dubieuze rol van de Nederlandse staat in de zaak-Poch’.
De gehele derde editie van het Beerbericht online lezen? Klik dan hier!
Waar ging de zaak-Poch ook al weer over? Kort samengevat: de Nederlands-Argentijnse verkeersvlieger Julio Poch werd in 2009 op de laatste vlucht voor zijn pensionering gearresteerd in Spanje. Hij werd ten onrechte door toedoen van Nederland uitgeleverd aan Argentinië en daar in een massaproces berecht in verband met vermeende betrokkenheid bij de zogeheten dodenvluchten in de tijd van het Videla-regime. Het enige ‘bewijs’ werd geleverd door twee getuigen die beweerden dat Poch tijdens een diner op Bali in 2003 had verteld aan de dodenvluchten te hebben deelgenomen. Geert-Jan en Carry Knoops voerden een jarenlange juridische strijd samen met een Argentijnse advocaat, die uiteindelijk leidde tot zijn vrijspraak (2017), excuses van de minister van justitie en financiële genoegdoening van de Nederlandse overheid voor het hem aangedane leed (2021). In ‘Operatie Raaf’ (dat was de codenaam van deze procedure voor het OM) doen Geert-Jan en Carry Knoops op indringende wijze verslag van hun jarenlange juridische strijd om de onschuld van Poch aan te tonen.