Afgelopen december verruilde de onderneming het oude pand voor een nieuwe plek op industrieterrein Loven in Tilburg-Oost. Een aanzienlijke, maar soepel verlopen operatie, zo blikt de ondernemer nu terug. “Na flink wat voorbereidingen zijn we uiteindelijk in twee weken tijd helemaal verhuisd. Klanten zeiden achteraf dat ze er niks van hebben gemerkt.” Ook het personeel bleek positief. Evert: “Iedereen is meegegaan, en kan tegenwoordig onder andere van een groene tuin en een fitnessruimte genieten. Fijn in het kader van duurzaamheid en gezondheid. Maar het helpt ook bij de werving van nieuwe medewerkers. We investeerden recent veel in machines, dus we hebben extra mensen nodig voor de aansturing ervan.”
Gevoelsmatig een familiebedrijf
Esch Conveyor Components produceert transportrollen voor onder meer de logistiek, luchthavens, tuinbouw en de voedings- en bulkindustrie. “Ik houd graag de regie en wil niet van één branche afhankelijk zijn. Daarom leveren we ook aan zoveel verschillende sectoren”, legt Evert uit. “Ik voel me echt verantwoordelijk voor de ruim 65 man die hier dagelijks rondloopt.” Medewerkers kennen hem overigens gewoon als Evert, en spreken hem ook zo aan. “Nee, hier geen ge-‘meneer Van Esch’, want het voelt als een familiebedrijf.”
Evert zelf werkt al zo’n 25 jaar binnen het bedrijf, dat bij zijn komst overigens nog Conveyor Components heette. Pas na de fusie met concullega Stas in 2010 – en daarmee het ontstaan van de overkoepelende Esch Group – zou een deel van zijn achternaam worden toegevoegd. Hij doorliep alle afdelingen: hij werkte als planner en werkvoorbereider, in de IT en in de in- en verkoop. “Ik weet dus waar ik over praat.” Vanuit het idee dat een bedrijf zo sterk is als het grootste knelpunt, past hij tegenwoordig onder meer de ‘Theory of Constraints’ toe. “Zo verhelpen we steeds een bottleneck per afdeling; een verbeterproces dat eigenlijk nooit stopt. Ook weer een vorm van ‘always on the move’ zijn.”
Cijfers en transparantie
Waar de ondernemer wars is van titels en formele aanspreekvormen, is hij wel verregaand in cijfers geïnteresseerd. “Alles wordt hier uitgekauwd en wekelijks, soms zelfs dagelijks intern besproken. Ik wil vooruit. Ik geloof in transparantie en dat je iedereen mee moet nemen in je verbeterprocessen. In dat licht hebben we in de periode rondom de verhuizing medewerkers ook steeds op de hoogte gehouden en ze zelfs van tevoren een rondleiding gegeven in het nieuwe pand. Zo houd je dat familiegevoel, nemen ze eigenaarschap en zijn ze trots op het product dat uiteindelijk bij de klant belandt.”
De verhuizing van afgelopen december had tevens met Everts verbeterdrang van doen. “Eerder zaten we in een twaalf meter hoog pand. Met de huidige gasprijzen werd verwarmen een enorme kostenpost. En de arbeidsmarkt speelde ook een rol. In Waalwijk wonen nu eenmaal minder potentiële werknemers dan hier in Tilburg. Gespecialiseerde vaklui vinden wordt daarmee makkelijker. Zeker omdat mensen toch steeds meer met de fiets in plaats van de auto naar hun werk willen komen.” Het nieuwe pand biedt bovendien uitbreidingsmogelijkheden. “En al ben ik op het moment vooral zelf in onze sportruimte te vinden, ik denk dat het slechts een kwestie van tijd is tot ook dat proces in beweging komt.” Dan werpt hij op: “Je merkt, ik ben niet van het focussen op één ding. Zo geloof ik bijvoorbeeld niet in werken volgens één managementmodel; het gaat om je eigen verhaal maken door meerdere strategieën met elkaar te combineren. Als je van speciaalbier houdt, drink je toch ook niet altijd maar één soort?”
Samenwerking met De Beer
Esch Conveyor Components is al jaren klant bij De Beer Accountants & Belastingadviseurs. “Toen we met hulp van de bank in nieuwe machines investeerden, wees Rabobank ons op De Beer-partner Olaf Huls. Die heeft ons vervolgens bijgestaan en geadviseerd, ook tijdens de overname een paar jaar later. Die samenwerking is er nog steeds. We kunnen veel zelf hier, maar als het op jaarcijfers en financiële vraagstukken aankomt, dan is De Beer echt van toegevoegde waarde.”
Vooral de open en vriendelijke communicatie staat hem daarbij aan. “De knowhow moet in principe iedere accountant hebben. Maar bij De Beer begint een bezoek al met een vriendelijk ‘hallo’, ‘wil je koffie’ en ‘Olaf zit daar, dus loop maar door’. We zijn door de jaren heen gewoon naar elkaar toe gegroeid. Ja, hoe leg je dat nou uit… We hebben inmiddels aan een half woord voldoende.”